Na jaren voorbereiding, wordt in de Plantentuin de Eredreef heraangeplant. “Voor deze dreef, die vertrekt bij het Welkomstplein, hebben we gekozen voor een minder evidente, maar botanisch aantrekkelijke keuze, namelijk de watercipres”, aldus Koen Es van De Plantentuin.
Levende exemplaren van deze boom werden in 1941 in China ontdekt. Voordien was de soort alleen bekend als fossiel. In 1947 verzamelden botanici grote hoeveelheden Metasequoia-zaden. Deze werden wereldwijd verdeeld over diverse botanische tuinen, waaronder Plantentuin Meise. De zaden ontkiemden bijzonder vlot en nu herbergt de Plantentuin meerdere van die iconische bomen.
“De langste dreef ter wereld, in Pizhou (China), bestaat uit één miljoen watercipressen. Daarmee valt niet te concurreren, maar met 48 bomen zal onze dreef zeker ook de aandacht trekken.”
De naalden van de bladverliezende watercipres verkleuren in de herfst geelbruin. De boom is winterhard, verdraagt vrij goed droogte, tolereert enige luchtvervuiling en past zich gemakkelijk aan de lokale omstandigheden aan. “De Europese beuk (Fagus sylvatica) zou een meer traditionele keuze zijn geweest, maar de klimaatverandering maakte een meer gedurfde keuze wenselijk. Met de watercipres kiest de Plantentuin resoluut voor de toekomst.”